MANNUMMER 

Iedere mijnwerker had zijn eigen lamp. De lamp was voorzien van hun persoonlijke mannummer. Deze nummer stond ook op hun penning(en), die ter aanwezigheidsregistratie dienden. Voor iedere dienst bestond er een andere vorm: Bij de Staatsmijnen waren de penningen bijvoorbeeld rond voor de morgendienst, driehoekig voor de middagdienst en vierkant voor de nachtdienst. Wil je meer weten over het mannummer, klik hier om verder te lezen.