‘OOGSIDDEREN’ DOOR HET GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSLAMPEN

Naast explosies en andere gevaren was er ook een aantal ziektes, die je kon oplopen door het ondergrondse werk in de mijnen. Eén daarvan was oogsidderen (Latijn: nystagmus), een oogziekte die in verband werd gebracht met het gebruik van veiligheidslampen. Het is een aandoening `waarbij de oogbol in hoge snelheid heen en weer beweegt.´ (p. 61) 

Er wordt ervan uitgegaan dat in de decennia voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog minstens vijf procent van alle West-Europese mijnwerkers leed aan oogsidderen. (p. 81) 

Er waren destijds verschillende theorieën over de oorzaak van de oogziekte. De meest gangbare waren: `Enerzijds vermoeienis van de oogbolhefspieren door het omhoog moeten richten van de blik (nodig geacht bij het kolenhouwen) en anderzijds de slechte verlichting gecombineerd met de zwakke lichtreflectie van de zwarte kolenlagen.´ Uiteindelijk verkreeg de tweede theorie destijds de meeste aanhangers, waardoor `de veiligheidslamp een belangrijke boosdoener´ in verband met de oogaandoening nystagmus werd.’ (p. 62)

Tegenwoordig onderzoeken wetenschappers deze aandoening nog steeds. Dat de gebrekkige lichtcondities in de mijnen de belangrijkste oorzaak waren is een feit. Of de introductie van de veiligheidslamp daadwerkelijk schuld heeft aan de opkomst van oogsidderen kon niet hard worden gemaakt. (p. 81)

Naast oogsidderen waren er tal van andere werkgerelateerde ziektes. De bekendste daarvan is stoflongen (Latijn: silicose). Bij het boren in de steenlagen kwamen fijne deeltjes steengruis vrij in de lucht. Dat gruis werd ingeademd  en zette zich vast in de longblaasjes en zorgde voor ontstekingen en de vorming van littekenweefsel. Bij de ontwikkeling van silicose neemt het longvolume af en wordt ademhalen en zuurstofopname bemoeilijkt. Naast silicose hadden veel mijnwerkers door het fysiek zware werk en de krappe ruimtes waarin zij dat werk verrichtten rugklachten, zoals een hernia en kruipknieën, een slijmbeursontsteking van de knie. In de vroege mijnperiode was er ook een parasiet die zich in de darmen van de mijnwerker kon nestelen. In de warme en vochtige omstandigheden kon deze ‘mijnworm’ (Latijn: Ancylostoma duodenale) zich verspreiden.

Peter Kerklaan: Verblinde strijders aan het kolenfront. Ziek door ‘oogsidderen’ als een vooroorlogs stressverschijnsel onder mijnwerkers. In: Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis, 2005, volume 2, issue 1, p. 59 – 83.