Logistiek – De Lampisterie


Training book "Wat de houwer moet weten", published by Gezamenlijke Steenkolenmijnen in Limburg. 9th edition, 1960 - Page 155/56

Arbeiders in de lampis- terie heetten ‘lampen- isten’. Een leiding- gevende was ‘chef’, ‘baas’ of ‘lampen- meester’; gewone lam- penisten noemde men ook wel ‘handlangers’ of ‘lampenreparateurs’. Het beheer, behoud, repa- raties en de uitgifte van de mijnlampen in de lampisterie behoorden tot hun taken.

De drukste diensten waren dagdienst (06:00 tot 14:00 uur) en middagdienst (14:00 tot 22:00 uur). Deze twee diensten waren de zogenaamde productie- diensten. Dan werkten de meeste mensen tegelijk ondergronds. Voor de aanvang van de dienst moesten – afhan- kelijk van de grootte van het mijnbedrijf – alle mijnwerkers hun lamp hebben opgehaald. Dit kon variëren van honderden tot duizenden mijnwerkers in een uur tijd. In dat (spits)uur werden eenzelfde aantal mijnlampen uitgegeven, maar dus ook lampen van de afgelopen dienst weer ingeleverd. 

De verantwoordelijkheid voor de controle van lampen lag bij de lampenisten, maar ook nadrukkelijk bij de mijnwerkers zelf. Bij ontvangst van hun lamp moesten ze controleren of de lamp functioneerde, compleet was en geen defecten vertoonde. Dit werd ook in de opleidingsboeken behandeld.

 (Publication company magazine of the private mine Willem-Sophia, Anthracite 1957 - No. 2 – pp. 32/33)