Tweeherigheid en drie pleinen

Afb. 21: Maastricht heeft drie pleinen: Vrijthof, Markt en Onze Lieve Vrouweplein. Plattegrond met de situatie in ca. 1580

Maastricht is een stad met drie centrale pleinen, wat een ongewoon beeld is voor een stad. Maar het zijn wel pleinen met een verhaal. Twee pleinen zijn namelijk gekoppeld aan kerken en immuniteiten. Het derde plein aan de markt. Die twee ‘religieuze’ pleinen zijn verbonden met de tweeherigheid van Maastricht, ook wel ‘condominium’ genoemd. De precieze oorsprong van deze tweeherigheid is nog in de mist van de geschiedenis gehuld, maar heeft zeker te maken met de twee oudste kerken van Maastricht, te weten de voorgangers van de huidige Sint Servaaskerk en de Onze Lieve Vrouwekerk. Die tweeherigheid is vastgelegd in de Alde Caerte uit 1284, maar dateert van vele eeuwen eerder. Ze is blijven bestaan tot de Fransen hier in 1795 een einde aan maakten. Die tweeherige periode noemen we ook wel het ‘ancien regime’. 

Afb. 22: Een beeld van de heilige bisschop Lambertus van Maastricht, naamgever van de “Lambertianen”, de “Luikse” bewoners van Maastricht

De kern van de tweeherigheid wordt gevormd door de twee ‘families’ die in Maastricht woonden: de Lambertianen (de bisschopsmannen) en de Servatianen (de hertogsmannen). Het waren geen biologische families, maar groepen of ‘clans’ waartoe je behoorde. De nativiteit van de moeder bepaalde tot welke groep je behoorde. Nieuwkomers werden automatisch tot de Servatianen gerekend. De Lambertianen waren de mensen die onderhorig waren aan de Luikse prins-bisschoppelijke groep, die zetelde in het oude Romeinse castellum, waarbij de eerste bisschopskerk vermoedelijk onder de huidige OLV ligt. De oudste vermelding van een Mariakerk dateert van 694 AD, maar deze eerste kerk is waarschijnlijk ouder. De Servatianen waren de mensen die onderhorig waren aan de kerk van Sint Servatius. De oudste versie daarvan is een grafkapel of ‘eigenkerk’ (een familiekerk waarin men begraven werd), gesticht door bisschop Monulfus, op de plek van het graf van de legendarische voorganger bisschop Servatius, die begraven zou zijn op het oude Romeinse grafveld ten westen van de toenmalige stad, zo rond 450 AD. Die oudste kapel dateert van ca. 560-580 AD. In latere jaren werden daar een klooster en een abdij gebouwd en is de kerk vele malen vergroot. Door de vele relieken in de Servatiuskerk werd deze een belangrijke plaats voor pelgrims en bijzonder rijk. Deze kerk werd door de Karolingische families als hun persoonlijke bezit gezien, en ging in de loop der eeuwen van hand tot hand. Van Karolingische afhankelijkheid naar keizerlijk Ottoons, tot rijksonmiddelijk onder de latere Duitse keizers en onderworpen aan de voogdij van de hertogen van Brabant en hun erfopvolgers, te weten de hertogen van Bourgondië, de koningen van Spanje en vanaf 1632 de Staten van Holland. Hoewel: eigenlijk waren kerk en kapittel alleen onderhorig aan de paus en derhalve autonoom, want de paus zat ver weg in Italië. Ook de OLV-kerk was alleen onderhorig aan diezelfde paus en daarmee feitelijk ook autonoom.

Referentie:

Ubachs, P.J.H., & I.M.H. Evers, Historische Encyclopedie Maastricht, Zutphen 2005.