Aan alles komt een eind

Nadat de Franse republikeinse troepen in 1794 Maastricht hadden aangevallen en overmeesterd, werd de stad in 1795 officieel opgenomen in de Franse republiek. Daarmee eindigde in één klap het ‘ancien regime’, de tweeherigheid waar Maastricht eeuwenlang zijn stedelijk bestuur op baseerde. De Fransen namen de macht over en veranderden tegelijkertijd het complete openbaar bestuur, de rechtspraak, het onderwijs, alles. Het moet een enorme schok voor de inwoners geweest zijn. Of toch ook weer niet? Een deel van de stad was immers behoorlijk Frans ingesteld, de taal machtig en met de cultuur bekend. Het Waalse gebied waarmee zoveel betrekkingen waren, lag bovendien om de hoek. Maar de nieuwe regelgeving was een harde breuk met het verleden. Het dubbele stadsbestuur verdween, de orders kwamen uit Parijs. De ambachten werden opgeheven, net als de kloosterordes en de kapittels. Hun bezittingen werden genationaliseerd.

Afb. 25: Een ‘assignaat’ van 15 sols. Waardepapier uitgegeven door de Franse Staat om de schuldenlast mee af te betalen. Kerkelijke bezittingen waren het onderpand. Van deze waardepapieren werden er teveel uitgegeven en hun waarde daalde dramatisch. Gedateerd 23 mei 1793 

Even voor die tijd waren aan de stad en aan de rijke rooms-katholieke ordes al enorme schattingen opgelegd, die ze alleen konden betalen door hun bezittingen te verkopen of hun zilverschatten om te smelten. Er is toen veel kerkelijk erfgoed in de smeltkroes verdwenen. In 1803 bezocht Napoleon – toen nog niet tot keizer gekroond - de stad. Hij werd relatief hartelijk ontvangen, omdat hij een einde had gemaakt aan het revolutionaire bewind, dat bij veel mensen niet geliefd was. In de Franse tijd wisten verschillende voorheen invloedrijke personen uit het ‘ancien regime’, een nieuwe machtige maatschappelijke positie te verwerven, om na de Franse tijd weer een draai te maken en in het Nederlandse koninkrijk een belangrijke maatschappelijke plek in te kunnen nemen. Anderen waren bereid om de nieuwe machthebbers meteen te helpen en wisten een belangrijke positie te verwerven. Deze beide groepen profiteerden flink van de verkoop van nationale goederen zoals grond en gebouwen, tegen veel te lage prijzen. ‘Assignats’ en ‘bons’ waren daartoe geëigende betaalbewijzen.

Referentie: 

Ubachs, P.J.H., & I.M.H. Evers, Historische Encyclopedie Maastricht, Zutphen 2005.